Marga 3 2019

Mooi, veilig en sfeervol wonen willen we allemaal. Ieder van ons richt zijn ‘wonen’ net even anders in om op zijn eigen plek gelukkig te zijn. Bij de één is het strak en wit met niets aan de muur of op tafel. Een ander wordt daar diep ongelukkig van. Die moet spulletjes en frutsels zien voor dat behaaglijke wonen. Foto’s van het trouwen met de foto’s van de kleinkinderen ernaast op het dressoir. Spulletjes van toen in huis die de dag van vandaag glans geven. Aangenaam wonen is niets meer dan de plek waar we ons thuis voelen. In onze buurt. In het dorp. Achterhoekers kunnen zich niet voorstellen dat je kunt wonen in een grote stad. Wij wonen met ‘mekoar’. Wij wonen met de buurt. Vieren kermis met ons eigen dorp. Ons gezellige roddelen over elkaar: “He-j het al geheurd van Wim”. Klaar staan met een pan macaroni als de buurvrouw moet bevallen in het ziekenhuis. Wonen is ook die plek waar je je veilig voelt. Waar niemand ongewenst moet kunnen binnendringen. Waar je altijd kunt doen en laten wat jij wil. Met dat vertrouwde uitzicht op straat en die altijd mopperende buurman in de voortuin, omdat het onkruid tussen de tegels of de overhangende takken zijn humeur verpesten. Het tingelen van de spoorwegovergang, de voetballende kinderen op het veldje. Zo hebben we allemaal ons eigen woongenot met persoonlijke herinneringen aan dat wonen. Jaar in, jaar uit. De voordeur die nooit gebruikt werd. De natte jassen gezellig arm in arm aan de kapstok. De geur van kippensoep. Moeder in de keuken met dat gele bloemetjesschort. Die versleten bank waar je zo heerlijk een dutje op kon doen. Dat huis waar de tijd voorbij sloop en je op een dag de trap niet meer op kon. Het huis waar je dierbare overleed. Waar je ineens alleen woont. En de geluiden van de levendigheid in huis weggedragen zijn door de tijd. Als je verdrietig gaat zitten kniezen in je huis dan moet de voordeur open. Je mag in je huis doen en laten wat je wilt, maar nooit in je eentje verdrietig zijn. Buiten je voordeur zijn genoeg Achterhoekers die je graag meenemen. Soep voor je willen maken en je jas op willen hangen. Waarmee je weer eens een polonaise kunt lopen. Wonen en plezier komen via de achterdeur en voordeur, maar nooit met alle deuren potdicht. Frans Miggelbrink Wonen COLUMN 12 | Marga

RkJQdWJsaXNoZXIy MTkxNTk=