Marga 3 2019

Op televisie kijkt hij er altijd vol genot naar. Taarten gooien in iemands gezicht. ‘Als ik dat op tv zie, denk ik: jemig, wat zou ik dat toch graag doen’, vertelde meneer Mengerink mij. Tijdens de ochtendzorg vroeg ik aan meneer of hij nog iets op zijn ‘wensenlijstje’ had staan. Toen kwam het taarten gooien ter sprake. ‘Ga ik zijn grote wens in vervulling laten gaan?, Is dat niet gek?’, waren mijn gedachten. Waarom ook niet, ik ben wel in voor zo’n actie. Ik ga het gewoon doen! Het is ook niet zo moeilijk te organiseren. We hebben onszelf ingepakt met plastic, omdat we die dag nog moesten werken. Uit de schuur thuis heb ik een grondzeil meegenomen. Vier taarten had ik geregeld. Een bodem met veel slagroom. Ik heb ze zelf betaald. Anders waren het er zeker meer geweest. ‘Mag ik de taarten ook pletten? Dat liekt me-j ‘t mooiste’, vroeg meneer Mengerink. Natuurlijk, we zitten er nu toch. Het pletten hebben we geweten. De taart zat in mijn neus. De slagroom heb ik de hele middag nog geroken. Collega’s kwamen niet meer bij van het lachen. Wijzelf trouwens ook niet. Meneer Mengerink vond het prachtig. ‘Mögt ze zo weer doen.’ Hoe hij glunderde en de woorden ‘Mooi hè?’ zei, maakte mij blij. Of het nou gek was of niet, voor ons was het een succes. “Mag ik de taarten ook pletten? Dat liekt me-j ‘t mooiste.” 32 | Marga

RkJQdWJsaXNoZXIy MTkxNTk=