Marga 1 2019

Zorgen voor elkaar wil zeggen dat de ander het naar het zin heeft. En dat naar het zin maken, wil ook zeggen dat de innerlijke mens goed wordt verzorgd. Dat er een lekker bord voor ons klaar wordt gemaakt. Achterhoekers zijn niet zo van de exquise culinaire hoogstandjes. Van het opgepoetste tafelzilver of van de Michelin sterren. Op gala’s met sleepjurken, indrukwekkende decolletés en billentikkers, sluipt de Achterhoeker altijd voorbij de bedienende ober met zijn dienblad dure bubbels om aan de bar een paar biertjes te regelen voor het clubje Achterhoekers dat schuchter in een hoekje staat. Laat een Achterhoeker kiezen tussen een groot vol bord eten of een exquis bolletje sushi frutsels…. Hij gaat voor het volle bord. Achterhoekers gaan stralen van een kermisbiertje en niet van trendy parasol cocktails om aan te nippen. Trouwens een Achterhoeker nipt per definitie never nooit niet en kan het niet eens. Wel ‘lepelen’. Zoals een advocaatje met slagroom naar binnen lepelen. Duur en extravagant daar heeft een Achterhoeker niet zoveel mee. Wel van met elkaar en voor elkaar. Een Achterhoeker zorgt altijd dat er wat te drinken is voor zijn clubje waarmee hij onderweg is. Hij gaat gelijk een rondje bestellen om te zorgen dat iedereen iets te drinken heeft. Een rondje geven is de sociale smeerolie van ons allemaal. We zijn ook van de spekkaantjes. Van het eten van de herinnering. Van hoe moeder het maakte. Mijn moeder is mijn hele leven de beste chef-kok gebleven die er ooit is geweest met zeven Michelin sterren. Mijn Michelin sterren. Mijn moeders gebakken aardappelen met ui zijn door niemand ooit overtroffen. Haar hete bliksem met kippenlevertjes. Heel soms proef ik mijn moeders koken in het eten. Dan straalt deze Achterhoeker en niet alleen deze Achterhoeker. We hebben allemaal onze herinneringen in ons dagelijkse eten zitten. Van de kippenpoot van Opa. Dan zien we onze opa in de tuin ‘moggelen’ met zijn bonen of boerenkool. Dat Oma brood bakte. De gebakken vis die vader haalde op vrijdag of sporadisch dat vader kookte en nasi maakte. Dat hebben we allemaal. De bakker op de hoek die dat brood bakt waar we voor in de rij staan. De lekkerste jam die we altijd halen bij die ene boer achteraf in zijn stalletje die hij aan de weg heeft staan. We worden gelukkig van eten en drinken. • Frans Miggelbrink Hete bliksem met kippenlevertjes COLUMN 12 | Marga